Wat u moet weten over verdeelrecht en miserietaks bij onroerend goed
(klik op de tabel voor een visueel overzicht)
Een onroerend goed zoals bijvoorbeeld een huis of appartement kan door verschillende redenen in onverdeeldheid toebehoren aan meerdere personen. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer twee partners - al dan niet gehuwd - gezamenlijk een woning aankopen, of wanneer bijvoorbeeld drie kinderen als erfgenamen van hun ouders, elk voor een derde eigenaar van een woonhuis worden.
In het geval van de erfenis kan het gebeuren dat persoon A de aandelen van personen B en C in het onroerend goed wenst over te nemen,
om er zo alleen eigenaar van te worden. Op een dergelijke overdracht is
een bijzonder registratierecht verschuldigd, niet het klassieke hoge
verkooprecht van 10 procent of 5 procent bij klein beschrijf, maar wel
het zogenaamde “verdeelrecht”.
Het verdeelrecht kent zijn meest
beruchte toepassing bij de toebedeling van het onroerend goed, die
plaatsvindt tussen ex-partners, na een echtscheiding, of na het
beëindigen van een wettelijke of feitelijke samenwoning. In deze
gevallen spreekt men in de volksmond van de “Miserietaks”.
Tarief
Het tarief van het verdeelrecht heeft
het laatste decennium een aantal wijzigingen ondergaan, maar thans is
het basistarief vastgesteld op 2,5 procent (Artikel 2.10.4.0.1 Vlaamse
Codex Fiscaliteit)
Bij de verdeling van het onroerend
goed naar aanleiding van een echtscheiding is echter een voordeeltarief
van 1% van toepassing. Ook bij de beëindiging van de wettelijke
samenwoning is het tarief van 1% verschuldigd, echter op voorwaarde dat
de toebedeling van het onroerend goed plaatsvindt binnen de drie jaar na
de beëindiging van de wettelijke samenwoning en dat de wettelijk
samenwonende partners minstens één jaar ononderbroken hebben
samengewoond.
De feitelijk samenwonenden kunnen
geen gebruik maken van het voordeeltarief van 1% en betalen steeds het
basisverdeelrecht van 2,5%.
Grondslag van de heffing
Een belangrijke vraag die zich
hierbij stelt is op welk bedrag het verdeelrecht nu precies wordt
geheven? Is het recht van 2,5% of 1% verschuldigd op de totale waarde
van het onroerend goed of slechts op het gedeelte dat wordt overgenomen?
Daar voorziet de wet een onderscheid:
- Als de onverdeeldheid ophoudt te bestaan, dan is het verdeelrecht opeisbaar op de totale waarde van het goed. Concreet van toepassing wanneer er bijvoorbeeld 2 eigenaars A en B zijn, en B zijn aandeel in het goed volledig afstaat aan A.
- Als de onverdeeldheid blijft voortbestaan, dan is het verdeelrecht opeisbaar op de waarde van de afgestane delen. Concreet van toepassing wanneer er bijvoorbeeld drie eigenaars A, B en C zijn, en enkel B zijn deel in het goed afstaat aan bijvoorbeeld A.
Wanneer persoon A, na echtscheiding
of beëindiging van de wettelijke samenwoning, het gedeelte van het
onroerend goed van de ex-partner B volledig overneemt, zal dus 1 %
verdeelrecht verschuldigd zijn op de totale waarde van het onroerend
goed. Wordt de eigendom in kwestie geschat op 200.000,00 euro, dan
betekent dit dus een heffing van 2.000 euro.
Bij eenzelfde
overname, na beëindiging van het feitelijk samenwonen, wordt dit 2,5% op
de totale waarde van het onroerend goed. Voor hetzelfde onroerend goed
van 200.000,00 EUR betekent dit bijgevolg 5.000,00 euro.
(Bron: Fortissimmo, 19 april 2017)